Hoe het anders kan

De huidige verkeersstroom door de stad is de enige manier om een totaal verkeersinfarct in Lier te vermijden. Dat wordt ons althans verteld.

Lier Woonplezier is het daar uiteraard niet mee eens. De doorrijdbaarheid van de stad is een kortzichtige en simplistische ‘oplossing’ die binnen afzienbare tijd als een boomerang zal terugkeren.

‘Wat zijn jullie alternatieven dan?’ krijgen we bij Lier Woonplezier vaak te horen. We berichten er hier regelmatig over, over die alternatieven. Ze zijn er, en ze zijn niet utopisch of onhaalbaar. Ze vragen wel inspanningen op diverse gebieden, moed en visie die verder reikt dan de volgende verkiezingen. De echte oplossingen zijn minder eenvoudig dan gewoon paaltjes weghalen of auto’s door voorheen verkeersvrije straten sturen. Maar ze zijn er, en ze zijn ook allang bekend. Wie heeft de moed om hier in Lier ook werk van te maken?

Een overzicht van wat Lier Woonplezier al aan aanbevelingen geformuleerd heeft:

  • We hebben er steeds op gewezen dat autoverkeer geen natuurkracht is die er nu eenmaal is, maar het resultaat van ruimtelijke ordening en menselijke keuzes. Dat volledige doorrijdbaarheid en een focus op de auto als voornaamste vorm van mobiliteit alleen maar meer autoverkeer zou aantrekken hebben we voorspeld. De stad voert geen actief sturend beleid qua mobiliteit, maar probeert de onrealistische verwachting in te lossen dat het autoverkeer even vlot zou verlopen als twintig-dertig jaar geleden.
  • We hebben altijd gezegd dat doorgaand verkeer uit de stad moest worden geweerd, zoals kortstondig het geval was tijdens de knip. Het stadsbestuur is het, volgens het bestuursakkoord althans, volmondig eens met Lier Woonplezier. Maar toch is er geen enkele maatregel die daarvoor werd genomen. De huidige toename van verkeer in de stad kan enkel verklaard worden door forst toegenomen doorgaand verkeer zonder enige bestemming in de stad. Van ontmoediging is geen sprake.
  • We hebben erop gewezen dat er geen moeite werd genomen om verkeer van de noordzijde naar de randparkings De Mol en Gasthuisvest via de ring te laten verlopen in plaats van door de binnenstad. Resultaat: dit verkeer rijdt (voorspelbaar) door de binnenstad.
  • We wijzen er al jaren op dat toegenomen doorrijdend verkeer door de binnenstad het aantal fietsers zou doen dalen, door de toegenomen onveiligheid en de onaangepaste staat van de getroffen straten en routes (geen aparte fietspaden). Ook deze voorspelling blijkt uit te komen. Het is niet denkbeeldig dat heel wat van deze verdwenen fietsers vandaag de auto nemen.
  • We hebben zelf verkeerstellingen uitgevoerd, om de verkeersstromen door het centrum in kaart te brengen. We hebben daarbij meermaals gewezen op de onleefbaarheid van het centrum door toegenomen verkeersdruk. 600 à 700 auto’s door een woonstraat, het is geen uitzondering meer, en we halen regelmatig de 1000. Dit probleem wordt consequent geminimaliseerd en afgedaan als gezeur. Onze affiches hangen nochtans in heel Lier.
  • We hebben er op gewezen dat door een aantal inbreidingsprojecten (Sion, Gasfabriek en Normaalschool) er meer bewoners in het centrum zouden komen wonen. Bewoners die zich moeten verplaatsen en daarvoor best zo weinig mogelijk de (eigen) auto nodig hebben. Dat kan door een fiets- en voetgangersvriendelijke (dus autoluwe) stad met een performant openbaar vervoer voorop te stellen. Maar we gaan eerder de tegenovergestelde richting uit.
  • Wanneer horeca en middenstand vragen/vroegen om meer en goedkopere parkeerplaatsen en betere autobereikbaarheid van het centrum, heeft Lier Woonplezier er altijd op gewezen dat dit niet voor een opleving van de middenstand zou zorgen, integendeel. We hebben daarvoor altijd verwezen naar bestaand onderzoek over winkelgedrag. Nu de knip al drie jaar niet meer bestaat, en er meer autoverkeer dan ooit door de stad rijdt, wordt het pijnlijk duidelijk dat goedkope parkeerplaatsen en veel auto’s in het centrum niet gelijkstaan aan hoge omzetcijfers in de middenstand.
  • We hebben er steeds op gewezen dat initiatieven als Met Belgerinkel naar de Winkel of de Autoloze Zondag een stimulans zijn om mensen aan te zetten na te denken over hun verplaatsingsgedrag en het eens anders te proberen. Ze zetten bovendien de stad op een positieve manier in de kijker. De stad heeft deelname aan deze acties geschrapt en blijft bij die keuze.
  • parking KTA als centrumparking hebben we steeds beschouwd als een foute keuze want verkeer moet voor aan- en afrijden steeds de hele stad door naar de moeilijkst bereikbare plaats in de stad. Het invoeren van een apart (goedkoper) parkeertarief, bedoeld om nog meer verkeer naar deze parking te lokken, hebben we dan ook als een foute maatregel bestempeld.
  • De eenzijdige focus op parkeerplaatsen in het bestuursakkoord hebben we steeds aangeklaagd omdat die enkel meer autoverkeer naar het centrum zou halen (zoals naar de KTA-parking en de overdekte parking Grote Markt). De verlaging van de parkeertarieven voor die parkings, kunnen we alleen zien als het actief aantrekken van meer autoverkeer naar het centrum. We hebben er steeds op gewezen dat dit een foute keuze was, en dat Lier eerder een overaanbod aan parkeerplaatsen dan een tekort heeft. Een beleid dat consequent inzet op randparkings en daar ook een langetermijnvisie rond ontwikkelt, geniet zeer sterk onze voorkeur boven het ad-hoc inplanten van meer parkeermogelijkheid. Parkeren in het stadscentrum moet eerder ontmoedigd worden.
  • In het algemeen heeft Lier Woonplezier, onderbouwd door onderzoek, er steeds op gewezen dat de Lierse middenstand beter gebaat is bij een autoluw en -vooral- fiets- en voetgangersvriendelijk centrum. Qua parkeermogelijkheden concurreren met baanwinkels en grote winkelcentra is onrealistisch. De troef van Lier is gezelligheid, een mix van winkels en horeca en toerisme, niet dat je goedkoop en vlakbij kan parkeren.
  • Dat een permanente ontsluitingsweg van de buitenschoolse kinderopvang tussen Wallenhof en KTA-site niet werd gerealiseerd, hebben we als een foute keuze bestempeld. Het had nu nochtans een goed alternatief kunnen zijn voor mensen die van de noordzijde naar die site moeten.
  • We hebben altijd gewezen op de eenzijdig focus op autobereikbaarheid en parkeerplaatsen in de stedelijke communicatie en de zeer magere aandacht voor de promotie van alternatieven. We hebben steeds gesteld dat dit enkel meer autoverkeer zou genereren, en dat gebeurt dan ook. Het sterk en actief stimuleren van het openbaar vervoer, de fiets, te voet gaan, … al dan niet vanop een randparking zou mensen aanzetten om ook die keuzes te maken.
  • Er is nog steeds een tekort aan (overdekte) fietsenstallingen in de stad. Als de stad meer mensen op de fiets wil krijgen, en zo uiteindelijk meer parkeerplaatsen kan vrijmaken, is dit nochtans een voorwaarde.
  • De kandidatuur van Lier Woonplezier voor de mobiliteitsraad bleef onbeantwoord, we hebben zelfs geen negatief antwoord ontvangen. We wilden daar graag op een positieve manier meewerken om voorstellen aan te dragen of te ondersteunen.
  • Om meer fietsverkeer in de wintermaanden over de vesten te laten verlopen, wat voor veel routes een veiligere optie is, organiseerden we een actie ‘verlicht de vest’. Geen enkele interesse vanuit het stadsbestuur.
  • We hebben meermaals gevraagd om autodelen actiever te stimuleren om zo de parkeerdruk en het aantal autoverplaatsingen te verminderen. Op onze info-momenten rond particulier autodelen was nooit iemand van het stadsbestuur aanwezig, hoewel we hen steeds expliciet en persoonlijk uitnodigen.
  • Blue-Bike fietsen op parking De Mol werden bijna 2 jaar geleden aangekondigd en dat hebben we steeds toegejuicht. Deze fietsen zouden nu hun nut kunnen bewijzen, maar het plan is nog steeds niet gerealiseerd. Dat terwijl vele andere maatregelen ten voordele van de auto, of ten nadele van het openbaar vervoer wel snel gerealiseerd werden, vaak al enkele weken na aantreden van het bestuur.