De stad deelt gratis bewonerskaarten uit aan alle inwoners met een wagen. Niet ‘goedkoop’ of ‘betaalbaar’, maar gratis. De tweede bewonerskaart kost €70, ook spotgoedkoop als je het vergelijkt met de parkeertarieven.
Een gratis bewonerskaart is uiteraard geen garantie op een parkeerplaats, maar het schept wel verwachtingen. Bewoners veronderstellen, en dat valt te begrijpen, dat de stad voorziet in voldoende parkeerplekken om minstens alle houders van een bewonerskaart een plek te geven. Je hoort dat ook wel in hun argumentatie: “We hebben een bewonerskaart, maar we kunnen nooit onze auto kwijt”.
Sinds een jaar (volgens RTV) verplicht de stad bovendien om bij nieuwbouw voldoende parkeerplaatsen te voorzien. Bij appartementen, zoals aan de Sionsvest of op de Gasfabrieksite, zijn dat dan vaak dure ondergrondse parkeergarages. Die parkeerplek komt bovenop de gratis bewonerskaart.
Wie zo’n appartement koopt, komt dus in een situatie terecht waar het hebben van twee auto’s de standaard is. We hebben in Lier blijkbaar ruimte genoeg om hierin te voorzien, en de (potentiële) kopers van appartementen hebben voldoende budget om de peperdure ondergrondse parkeerplekken te betalen. De autologica zit in de bakstenen ingebakken. Het is dan ook niet vreemd als de kopers van die appartementen hoge eisen gaan stellen aan de vlotte doorstroming van autoverkeer en de beschikbaarheid van parkeerplaatsen. De Gasfabrieksite ligt vlakbij een drukke overweg en enkele kruispunten én pal op een schoolroute. Het valt te verwachten dat de files er niet op zullen verbeteren.
Ja, maar wat dan wel?
Lier Woonplezier is geen voorstander van gratis bewonerskaarten en dure ondergrondse parkeergarages. Die scheppen onrealistische verwachtingen (een parkeerplek voor iedereen) en maken wonen in de stad nodeloos duur.
Al geruime tijd pleit Lier Woonplezier voor voldoende overdekte en afsluitbare fietsenstallingen voor bewoners. Met name in straten met rijhuizen en smalle voetpaden, waar fietsen nu vaak lelijk en/of hinderlijk op straat gestald worden, terwijl er vaak wel een parkeerstrook is. Het argument ‘er is geen ruimte’ gaat niet op. De ruimte is er, de keuze om ze te gebruiken voor iets anders dan auto’s, die is er een pak minder.
Jan Vermeulen gaf onlangs ook het voorbeeld van Deinze. Daar kunnen bewoners gratis BlueBike gebruiken, de blauwe leenfietsen die aan veel stations staan. Bovendien krijgen inwoners van Deinze een bedrag tussen de €150 en de €400 als ze een nummerplaat van een brommer, moto of auto inleveren. Daarmee wordt een elektrische fiets of een bakfiets plots een pak beter betaalbaar. Net zoals de gratis bewonerskaart en verplichte parkeerplaatsen bij nieuwbouw het gebruik van de auto stimuleren, stimuleer je met maatregelen zoals in Deinze het gebruik van de fiets.
Het lijken ons maatregelen die in Lier, waar ‘parkeerproblemen’ een eeuwig idée-fixe schijnen te zijn, een echte omslag kunnen betekenen. En, zeker in vergelijking met auto-stimulerende maatregelen, best betaalbaar. Dan vergeet ik nog de herstellingskosten aan de straten in onze binnenstad die permanent lijden onder het drukke auto- en busverkeer. En de agenten die met de regelmaat van de klok het vastgelopen autoverkeer moeten regelen.