Fietsersbond Lier wil tijdens de ochtendspits van vrijdag 20 maart de moedige fietsers in onze stad trakteren op een warm applaus. Lier Woonplezier ondersteunt graag deze applausactie. We willen graag zo veel mogelijk supporters op de been brengen.
Om kwart voor acht ’s ochtends verzamelen we ter hoogte van Het Belofte Land (Kruispunt Begijnhofstraat & Kapucijnenvest). Tot half negen juichen we op dit druk (fiets)kruispunt de passerende fietsers toe.
We willen daar graag opvallend aanwezig zijn, dus dit zijn de kernpunten:
De huidige verkeersstroom door de stad is de enige manier om een totaal verkeersinfarct in Lier te vermijden. Dat wordt ons althans verteld.
Lier Woonplezier is het daar uiteraard niet mee eens. De doorrijdbaarheid van de stad is een kortzichtige en simplistische ‘oplossing’ die binnen afzienbare tijd als een boomerang zal terugkeren.
‘Wat zijn jullie alternatieven dan?’ krijgen we bij Lier Woonplezier vaak te horen. We berichten er hier regelmatig over, over die alternatieven. Ze zijn er, en ze zijn niet utopisch of onhaalbaar. Ze vragen wel inspanningen op diverse gebieden, moed en visie die verder reikt dan de volgende verkiezingen. De echte oplossingen zijn minder eenvoudig dan gewoon paaltjes weghalen of auto’s door voorheen verkeersvrije straten sturen. Maar ze zijn er, en ze zijn ook allang bekend. Wie heeft de moed om hier in Lier ook werk van te maken?
Een overzicht van wat Lier Woonplezier al aan aanbevelingen geformuleerd heeft:
We hebben er steeds op gewezen dat autoverkeer geen natuurkracht is die er nu eenmaal is, maar het resultaat van ruimtelijke ordening en menselijke keuzes. Dat volledige doorrijdbaarheid en een focus op de auto als voornaamste vorm van mobiliteit alleen maar meer autoverkeer zou aantrekken hebben we voorspeld. De stad voert geen actief sturend beleid qua mobiliteit, maar probeert de onrealistische verwachting in te lossen dat het autoverkeer even vlot zou verlopen als twintig-dertig jaar geleden.
We hebben altijd gezegd dat doorgaand verkeer uit de stad moest worden geweerd, zoals kortstondig het geval was tijdens de knip. Het stadsbestuur is het, volgens het bestuursakkoord althans, volmondig eens met Lier Woonplezier. Maar toch is er geen enkele maatregel die daarvoor werd genomen. De huidige toename van verkeer in de stad kan enkel verklaard worden door forst toegenomen doorgaand verkeer zonder enige bestemming in de stad. Van ontmoediging is geen sprake.
We hebben erop gewezen dat er geen moeite werd genomen om verkeer van de noordzijde naar de randparkings De Mol en Gasthuisvest via de ring te laten verlopen in plaats van door de binnenstad. Resultaat: dit verkeer rijdt (voorspelbaar) door de binnenstad.
We wijzen er al jaren op dat toegenomen doorrijdend verkeer door de binnenstad het aantal fietsers zou doen dalen, door de toegenomen onveiligheid en de onaangepaste staat van de getroffen straten en routes (geen aparte fietspaden). Ook deze voorspelling blijkt uit te komen. Het is niet denkbeeldig dat heel wat van deze verdwenen fietsers vandaag de auto nemen.
We hebben zelf verkeerstellingen uitgevoerd, om de verkeersstromen door het centrum in kaart te brengen. We hebben daarbij meermaals gewezen op de onleefbaarheid van het centrum door toegenomen verkeersdruk. 600 à 700 auto’s door een woonstraat, het is geen uitzondering meer, en we halen regelmatig de 1000. Dit probleem wordt consequent geminimaliseerd en afgedaan als gezeur. Onze affiches hangen nochtans in heel Lier.
We hebben er op gewezen dat door een aantal inbreidingsprojecten (Sion, Gasfabriek en Normaalschool) er meer bewoners in het centrum zouden komen wonen. Bewoners die zich moeten verplaatsen en daarvoor best zo weinig mogelijk de (eigen) auto nodig hebben. Dat kan door een fiets- en voetgangersvriendelijke (dus autoluwe) stad met een performant openbaar vervoer voorop te stellen. Maar we gaan eerder de tegenovergestelde richting uit.
Wanneer horeca en middenstand vragen/vroegen om meer en goedkopere parkeerplaatsen en betere autobereikbaarheid van het centrum, heeft Lier Woonplezier er altijd op gewezen dat dit niet voor een opleving van de middenstand zou zorgen, integendeel. We hebben daarvoor altijd verwezen naar bestaand onderzoek over winkelgedrag. Nu de knip al drie jaar niet meer bestaat, en er meer autoverkeer dan ooit door de stad rijdt, wordt het pijnlijk duidelijk dat goedkope parkeerplaatsen en veel auto’s in het centrum niet gelijkstaan aan hoge omzetcijfers in de middenstand.
We hebben er steeds op gewezen dat initiatieven als Met Belgerinkel naar de Winkel of de Autoloze Zondag een stimulans zijn om mensen aan te zetten na te denken over hun verplaatsingsgedrag en het eens anders te proberen. Ze zetten bovendien de stad op een positieve manier in de kijker. De stad heeft deelname aan deze acties geschrapt en blijft bij die keuze.
parking KTA als centrumparking hebben we steeds beschouwd als een foute keuze want verkeer moet voor aan- en afrijden steeds de hele stad door naar de moeilijkst bereikbare plaats in de stad. Het invoeren van een apart (goedkoper) parkeertarief, bedoeld om nog meer verkeer naar deze parking te lokken, hebben we dan ook als een foute maatregel bestempeld.
De eenzijdige focus op parkeerplaatsen in het bestuursakkoord hebben we steeds aangeklaagd omdat die enkel meer autoverkeer naar het centrum zou halen (zoals naar de KTA-parking en de overdekte parking Grote Markt). De verlaging van de parkeertarieven voor die parkings, kunnen we alleen zien als het actief aantrekken van meer autoverkeer naar het centrum. We hebben er steeds op gewezen dat dit een foute keuze was, en dat Lier eerder een overaanbod aan parkeerplaatsen dan een tekort heeft. Een beleid dat consequent inzet op randparkings en daar ook een langetermijnvisie rond ontwikkelt, geniet zeer sterk onze voorkeur boven het ad-hoc inplanten van meer parkeermogelijkheid. Parkeren in het stadscentrum moet eerder ontmoedigd worden.
In het algemeen heeft Lier Woonplezier, onderbouwd door onderzoek, er steeds op gewezen dat de Lierse middenstand beter gebaat is bij een autoluw en -vooral- fiets- en voetgangersvriendelijk centrum. Qua parkeermogelijkheden concurreren met baanwinkels en grote winkelcentra is onrealistisch. De troef van Lier is gezelligheid, een mix van winkels en horeca en toerisme, niet dat je goedkoop en vlakbij kan parkeren.
Dat een permanente ontsluitingsweg van de buitenschoolse kinderopvang tussen Wallenhof en KTA-site niet werd gerealiseerd, hebben we als een foute keuze bestempeld. Het had nu nochtans een goed alternatief kunnen zijn voor mensen die van de noordzijde naar die site moeten.
We hebben altijd gewezen op de eenzijdig focus op autobereikbaarheid en parkeerplaatsen in de stedelijke communicatie en de zeer magere aandacht voor de promotie van alternatieven. We hebben steeds gesteld dat dit enkel meer autoverkeer zou genereren, en dat gebeurt dan ook. Het sterk en actief stimuleren van het openbaar vervoer, de fiets, te voet gaan, … al dan niet vanop een randparking zou mensen aanzetten om ook die keuzes te maken.
Er is nog steeds een tekort aan (overdekte) fietsenstallingen in de stad. Als de stad meer mensen op de fiets wil krijgen, en zo uiteindelijk meer parkeerplaatsen kan vrijmaken, is dit nochtans een voorwaarde.
De kandidatuur van Lier Woonplezier voor de mobiliteitsraad bleef onbeantwoord, we hebben zelfs geen negatief antwoord ontvangen. We wilden daar graag op een positieve manier meewerken om voorstellen aan te dragen of te ondersteunen.
Om meer fietsverkeer in de wintermaanden over de vesten te laten verlopen, wat voor veel routes een veiligere optie is, organiseerden we een actie ‘verlicht de vest’. Geen enkele interesse vanuit het stadsbestuur.
We hebben meermaals gevraagd om autodelen actiever te stimuleren om zo de parkeerdruk en het aantal autoverplaatsingen te verminderen. Op onze info-momenten rond particulier autodelen was nooit iemand van het stadsbestuur aanwezig, hoewel we hen steeds expliciet en persoonlijk uitnodigen.
Blue-Bike fietsen op parking De Mol werden bijna 2 jaar geleden aangekondigd en dat hebben we steeds toegejuicht. Deze fietsen zouden nu hun nut kunnen bewijzen, maar het plan is nog steeds niet gerealiseerd. Dat terwijl vele andere maatregelen ten voordele van de auto, of ten nadele van het openbaar vervoer wel snel gerealiseerd werden, vaak al enkele weken na aantreden van het bestuur.
Bij Lier Woonplezier vielen we bijna van onze stoel. Want wij ontvangen steeds meer berichten van bewoners die het nu echt helemaal gehad hebben, die ons vragen om het voor hen op te nemen en hen een stem te geven. Want burgemeester en schepenen luisteren niet.
De verkeersdrukte was de afgelopen jaren al sterk toegenomen in de stad door een beleid dat steeds meer autoverkeer naar de stad trekt. Sinds de start van de werken aan de ring is het hek helemaal van de dam, is ‘binnendoor rijden’ door het centrum normaal geworden, en wordt dat door de politie zelfs in nauwelijks verholen taal aangeraden.
Van dat ‘aanmoedigen om de ring te kiezen’ hebben we nog niet veel gemerkt. Niet sinds de werken aan de ring gestart zijn, en niet in de jaren daarvoor. Integendeel, steeds meer mensen nemen de oude gewoonte op om door de stad te rijden, want het mag.
Het aantal straten waar bijna voortdurend 600 auto’s per uur passeren stijgt, enigszins voorspelbaar. Er zijn aanrijdingen met woningen, geparkeerde wagens en het straatmeubilair in de smalle straten. Haastige chauffeurs die snel door de stad willen en er geen of amper een bestemming hebben, gedragen zich gevaarlijk. Straten zoals de Wijngaardstraat waar het voetpad nog geen halve meter breed is, zijn permanent drukke verkeersaders geworden. Volgens het stadsbestuur is er geen probleem, want auto’s moeten rijden.
Lier Woonplezier vindt die moedwillige blindheid onverantwoord. De werken aan de ring zijn al heel lang gepland. Al tien jaar had de stad duidelijk kunnen kiezen voor een autoluw beleid in het centrum en een duidelijke promotie van te voet gaan, fietsen en het openbaar vervoer. Al tien jaar had het autoluwe karakter van Lier even normaal kunnen zijn dan de terrassen op het Zimmerplein (vijftien jaar geleden nog parkeerplaatsen).
Sinds 2012 promoot Lier Woonplezier ook die aanpak bij bewoners én het stadsbestuur. Want met een nog steeds stijgend aantal personenwagens, is het onhoudbaar om die onbeperkt toe te laten in de stad.
In de plaats daarvan heeft men gekozen voor ‘bereikbaarheid’, wat dan neerkomt op bereikbaarheid met de auto voor wie van buiten de stad komt. Een kortzichtig ‘u vraagt, wij draaien’ beleid dat reflexmatig ingaat op vragen om meer autovriendelijkheid, los van reële noden. Sinds 2012 waarschuwt Lier Woonplezier, met voorbeelden uit binnen- en buitenland, voor de risico’s van dat beleid: een stad die door steeds toenemende verkeersdrukte een lawaaiierige, vuile en onveilige plek wordt. Een plek waar je niet voor je plezier naartoe komt, laat staan dat je er zou willen wonen. Een plek met veel verwaarloosde gevels en lege etalages met eeuwige ‘te huur’ of ‘te koop’ borden. Een stad, kortom, zonder toekomstvisie.
Sinds 2012 wordt Lier Woonplezier weggelachen, genegeerd, of omschreven als een bende egoïsten. Welgeteld één (1) keer hadden we een gesprek met een verveelde Bert Wollants, voor het overige worden we vooral doodgezwegen.
Lier Woonplezier heeft tal van getuigenissen van beschadigd straatmeubilair en persoonlijk eigendom, snel en gevaarlijk rijgedrag, ellenlange files, zeer onveilige situaties voor schoolgaande kinderen, en ga zo maar door. Het stadsbestuur negeert en minimaliseert de problemen. Klachten van bewoners worden verticaal geklasseerd en niet beantwoord. Lier Woonplezier wordt weggezet als een bende ecofundamentalisten en marginalen. We zijn dat stilaan meer dan beu. Lier Woonplezier affiches hangen voor heel wat ramen in de stad en blijven hangen, dat verdient erkenning. We vinden het hoog tijd dat de impact van het sterk toegenomen autoverkeer op de leefkwaliteit in de stad in kaart wordt gebracht, en dat die leefkwaliteit prioriteit krijgt.
Lier Woonplezier probeert al twee jaar op een positieve manier aandacht te vragen voor een autoluw centrum. We reiken oplossingen aan, we organiseren positieve acties, we vragen beleefd om aandacht. Maar stilaan worden we het beu. Beu om genegeerd en geschoffeerd te worden. Beu om nooit enig gehoor te krijgen. Beu dat de problemen die we aankaarten simpelweg van tafel geveegd worden als ‘onbestaand’. Terwijl het stadsbestuur onverminderd doorgaat met het aantrekken van meer autoverkeer naar het centrum en de negatieve gevolgen daarvan afschuift op vroeger beleid. Het weer volledig doorrijdbaar maken van het centrum, gratis bussen afschaffen, parkeren goedkoper maken, bij evenementen consequent communiceren rond parkeerplaatsen, maar zelden of nooit andere vervoersvormen stimuleren. Het houdt niet op, en met de werken aan de ring vrezen we dat het centrum er echt onderdoor zal gaan. Met wat lippendienst aan fiets en openbaar vervoer zal het tij niet keren.
Op papier heet het dat iedereen de keuze heeft: de auto of de fiets, men dringt niets op. Wie zich met de fiets tegenwoordig in het centrum waagt, wordt letterlijk in de goot gedrongen door het vele en haastige autoverkeer. Nog één kind op vier gaat met de fiets naar school, in steeds gevaarlijker wordende Lierse straten. De rest komt te laat. Een logisch gevolg van het gevoerde beleid, en onoplosbaar als je uitgaat van een ‘en-en’ beleid waar auto’s en fietsers gelijkgesteld worden.
De burgemeester vindt het ook ‘niet opportuun’ om mee te doen met campagnes als Autoloze Zondag of Met Belgerinkel naar de Winkel. Wij vinden dat ronduit onbegrijpelijk, en met ons meer en meer stadsgenoten. In de plaats van deze positieve campagnes wordt parkeren in het centrum spotgoedkoop gemaakt. De lasten zijn voor de bewoners en de onnozelaars die halsstarrig fiets of openbaar vervoer blijven gebruiken.
Degenen die in het centrum blijven wonen, hun kinderen met de fiets naar school blijven brengen, te voet naar de buurtwinkel blijven gaan, worden stilaan de uitzondering en voelen zich als paria’s die meer en meer in de verdrukking komen op het verkeersknooppunt waarin de Lierse binnenstad verandert. Terwijl het net die mensen zijn die zorgen voor een levendige, bruisende stad. Het is ons een compleet raadsel waarom men doorgaand autoverkeer van mensen die hooguit een tussenstop aan een school maken, als gunstig voor de economie van de binnenstad omschrijft. Alle signalen, alle onderzoeken, zelfs het gezond verstand, wijzen op het tegendeel.
Steeds meer handelszaken en horecazaken sluiten de deuren en zorgen voor leegstand. Zogezegd nog steeds omwille van het autoluwe beleid dat ondertussen al bijna drie jaar niet meer bestaat, en eigenlijk maar amper een kans heeft gekregen. Nauwelijks was het nieuwe bestuur aangetreden, of met veel bombarie werd ‘de Lierse muur’ gesloopt. Ondertussen staat er op drukke momenten een nieuwe muur: een van blik, rubber en glas, van poort tot poort. En is er een onmiskenbaar overaanbod aan parkeerplaatsen in de stad. De parkings van de Grote Markt, KTA en Dungelhoeff zijn dermate onderbezet dat ze actief moeten gepromoot worden. Dit terwijl ons op voorhand werd wijsgemaakt dat er vraag was naar meer parkeerplaatsen. Het u-vraagt-wij-draaien-beleid zal peperduur uitdraaien. Want iemand moet de aanleg en het onderhoud van die parkeerplaatsen betalen.
Bewoners in het centrum die steeds vaker moeten uitwijken naar de ook door de lokale middenstand gewraakte ‘baanwinkels’ voor hun noodzakelijke inkopen, gaan op zoek naar een rustiger gelegen woning buiten de stad, want een woning in de stad verliest steeds meer voordelen en gezinnen voelen zich er opgesloten in eigen huis. Lier Woonplezier ziet het met lede ogen aan, maar kan het hen niet verwijten.
Zo’n ‘stadsvluchteling’ is alweer een auto meer die ‘s morgens en ‘s avonds de ring en/of het centrum moet passeren om kinderen van en naar school te brengen of om naar het station te rijden. Langere pendeltijden, meer ochtend- en avondstress en meer druk op het stadsbestuur om nog meer plaats vrij te maken voor autoverkeer. En de parking aan het station die nog een foutparkeerder meer te verwerken krijgt. Want al die mensen die ooit in de stad woonden, zijn nu vastgeketend aan hun auto om hun werk en gezin te kunnen organiseren. Ze behoren tot de velen die niet meer zonder auto kunnen, zelfs al zouden ze willen. Op welke planeet is dat een zinvol, verstandig beleid? Op welke planeet is het fout om verkeersarme woonstraten met veel speelruimte, groen en comfortabele fiets- en voetpaden te creëren waar je je veilig voelt en een gesprek kan voeren zonder te hoeven roepen? Op welke planeet heeft het vermijden van file voorrang op zowat alle andere prioriteiten? Op de planeet Lier, blijkbaar.
In Lier denkt men dat het centrum zal opleven als het maar bereikbaar is en je er goedkoop en overal kan parkeren. Dit terwijl er tal van onderzoek is dat de rampzaligheid van zo’n beleid aantoont. Al twee jaar schreeuwen we dat van de daken en duwen we het stadsbestuur die feiten onder de neus. Al twee jaar zien we het voorspelde gebeuren, met faillissement na faillissement, en nog het meeste in de ‘best bereikbare’ straten. Al twee jaar worden we genegeerd en weggelachen, ‘dromers’ is nog het vriendelijkste dat we te horen krijgen. Al twee jaar horen we beweren dat het allemaal de schuld is van het ter ziele gegane autoluwe beleid zonder dat er ook maar enig, zelfs summier, onderzoek naar gevoerd wordt. Een autoluw centrum dat bovendien nooit echt een kans heeft gekregen, wegens de gelijktijdige heraanleg van de Grote Markt.
Het is voldoende dat een handvol horeca-uitbaters zegt dat er te weinig parkeermogelijkheid in de stad is om prompt de parkeertarieven te verlagen. Bewoners die via Lier Woonplezier jarenlang vragen om autoluwe maatregelen, worden straal genegeerd. Dat is onverantwoordelijk en schadelijk voor de stad, haar inwoners en haar economie.
Jammer genoeg wordt dat elke dag meer en meer duidelijk. Lier Woonplezier wil de bezorgdheid van (ex-)bewoners van het centrum van Lier verzamelen en zichtbaar maken.
Een van de argumenten tégen een autoluw centrum die we bij Lier Woonplezier vaak te horen krijgen, is dat het dan onmogelijk wordt om de kinderen met de auto aan de schoolpoort af te zetten op weg naar het werk. Verder lezen De achterbankgeneratie
Wie op de verenigingenmarkt van volgende week vrijdag 27 juni honger heeft, is bij Lier Woonplezier aan het juiste adres. Net zoals vorig jaar serveren we zelfgebakken pannenkoeken, met een verfrissend drankje erbij. Je kan bij ons ook terecht voor een babbel over een autoluw stadscentrum en hoe Lier daar beter van wordt.
Nu heeft de stad daar een Grote Oplossing voor gevonden: het tarief in de ondergrondse parking gaat naar omlaag in het weekend. Je betaalt nu maximum € 4 ’s avonds en op zon- en feestdagen. Handelaars kunnen bovendien een parkeerticket cadeau doen aan hun klanten. Dat ticket heeft een waarde van € 3, maar handelaars kunnen het aankopen voor € 2.
Je leest dat goed: het parkeerbedrijf subsidieert de horeca om mensen ’s avonds en in het weekend zo goed als gratis pal in het centrum te laten parkeren. Ze doet dat niet na een grondige probleemanalyse, maar louter als concreet antwoord op een concrete vraag vanuit de horeca.
Bij navraag bij de schepen van mobiliteit blijkt dat de ondergrondse parking onderbezet was ’s avonds en in het weekend en dat deze prijszetting dus ook gewoon het aanbod afstemt op de vraag. Want lege plaatsen in de ondergrondse parking, dat kan echt niet, als je weet dat die plaatsen per stuk vlot € 3000 à € 5000 per jaar kosten. Begin dit jaar zijn er zelfs -o rampspoed- nog 100 méér bijgekomen. Achter deze beslissing vermoeden we dus niet zozeer een visie op mobiliteit of een warm hart voor de horeca, maar toch vooral een bezorgdheid om de financiën van het parkeerbedrijf. Tot nader order een NV, en geen VZW.
We zeggen het al langer: de analyse van de geplaagde horeca-uitbaters klopt niet. Dat hun omzet daalt, ligt niet aan een verminderd parkeeraanbod, wel aan het gebrek aan een duidelijke keuze voor een aantrekkelijk stadscentrum dat klanten aantrekt. Dat probleem gaat al vele jaren mee, en is niet ontstaan met de huidige coalitie. Meer (gratis) parkeerplaatsen zullen de problemen alleen maar erger maken. Die halen immers meer autoverkeer naar het hart van de stad, en maken het centrum tot een minder aangename omgeving om uit te gaan. Of wanneer ben jij voor het laatst op de Boomsesteenweg iets gaan drinken voor de gezelligheid?
Als het dan toch om de centen draait…
Misschien moet Lier Woonplezier beginnen pleiten voor de bouw van een volledig verlichte, overdekte en bewaakte fietsenstalling pal in het centrum? Misschien zal de kostprijs daarvan het stadsbestuur wel dwingen om écht in te zetten op fietsers in het centrum door te gaan voor een volledige bezetting. Als we dan nog zes horeca-uitbaters vinden die willen oproepen tot meer fietsende klanten (want die geven meer uit), dan kan dit plan niet meer stuk en hebben we binnen de kortste keren een winstgevend autoluw centrum.
Een groot deel van onze verplaatsingen is korter dan 5 kilometer, ook in Lier. Heel wat van die verplaatsingen doen we standaard met de wagen, zonder er echt over na te denken. De campagne ‘Mijn Korte Ritten’ wil mensen stimuleren om korte afstanden vaker te voet of met de fiets te doen. Ze loopt elk jaar van 21 maart tot 21 april.
Ook dit jaar doet Lier Woonplezier als onafhankelijke groep mee met de campagne. Lier Woonplezier was vorig jaar met zo’n veertig leden de derde grootste onafhankelijke groep in heel Vlaanderen. We hopen natuurlijk dat er dit jaar minstens evenveel mensen met ons meedoen.
Met onze deelname willen we 3 zaken in de kijker zetten
We willen tonen dat je ook zelf een belangrijk steentje kunt bijdragen tot een autoluwe stad en dat dit niet alleen de verantwoordelijkheid van het stadsbestuur is.
We willen mensen bewust maken van de vele korte verplaatsingen die ze maken. Als ze hiervoor vaker te voet of met de fiets gaan, levert dat winst op voor de eigen gezondheid, het milieu en de rust en veiligheid in de stad.
De stad Lier neemt sinds 2013 niet meer deel aan sensibiliserende acties zoals de ‘Autoloze Zondag’ of ‘Met Belgerinkel naar de Winkel’. We veronderstellen dat het stadsbestuur duurzame mobiliteit ook belangrijk vindt. Door dit soort acties links te laten liggen geeft de stad een tegenstrijdige boodschap, die een belangrijke impact heeft op hoe mensen zich gaan gedragen. Deelname is nochtans gratis of alleszins erg goedkoop. Lier Woonplezier wil de stad aanmoedigen om ook vanuit het beleid opnieuw deel te nemen aan dergelijke acties en zo het grote publiek te bereiken.
Meedoen met Mijn Korte Ritten houdt in dat je elke dag bijhoudt welke afstanden je te voet of met de fiets aflegt, die je ook met de auto had kunnen doen. Een pleziertochtje met de fiets of een recreatieve wandeling tellen dus niet, maar wel je dagelijkse rit naar de supermarkt die je nu al met de fiets doet.
Om kans te maken op één van de prijzen kan je je ook gewoon onder je eigen naam registreren op de website van Mijn Korte Ritten. Of je kan samen met je vereniging of vrienden je eigen groep oprichten.
We hopen dat veel Lierenaars meedoen en zo hun eigen steentje bijdragen tot een autoluwere en schonere leefomgeving.
Afgelopen maand voerde Lier Woonplezier een enquête uit over de vraag naar overdekte fietsenstallingen. 94 mensen namen deel, en we hebben de belangrijkste cijfers in een paar grafieken gestopt:
Het valt meteen op dat bijna de helft van de deelnemers tevreden is met de huidige situatie. Dat zijn met name mensen met een (eigen) garage of berging. Mensen zonder garage zijn ontevreden over de huidige situatie, meestal staan fietsen daar in de gang of elders in de woning. Enkele deelnemers gaven ook aan dat ze een (extra) garage huren om fietsen te stallen en dat geen bevredigende oplossing vinden.
Voor een gedeelde overdekte fietsenstalling willen de meeste deelnemers aan de enquête wel betalen, en een afstand van 50m afleggen. Het valt op dat individuele fietskluizen niet echt de voorkeur krijgen, een ‘gewone’ afgesloten fietsenstalling is ook OK.
Hoewel dit uiteraard geen wetenschappelijk onderzoek is en enkel de mening weergeeft van de deelnemers aan de enquête, lijkt het ons toch dat bewoners van rijwoningen in het centrum met een reëel probleem zitten qua fietsenstalling. Dat leiden we ook af uit het behoorlijke aantal deelnames.
Misschien toch de moeite om enkele parkeerplaatsen op te geven in ruil voor afsluitbare fietsenstallingen voor de buurt?
Onze actie van afgelopen vrijdag kon niet alleen op de belangstelling van lopers en wandelaars rekenen, maar kwam ook in de media ruim aan bod.
We vinden het dan ook bijzonder jammer dat het stadsbestuur al op voorhand de mogelijkheid van bijkomende verlichting op de vesten volledig uitsluit. Het argument “er is geen geld” kennen we ondertussen en wordt nogal selectief toegepast.
De vesten verlichten is natuurlijk ook geen goedkope ingreep. Het realiseren van een écht autoluw stadscentrum waar fietsers en voetgangers voorrang krijgen en ouders hun kinderen met gerust gemoed alleen naar school kunnen sturen, zal de stadskas minder belasten. En, zoals keer op keer uit onderzoek blijkt, spenderen fietsers en voetgangers beduidend meer bij het winkelen in de stad. De middenstand, en dus uiteindelijk ook de inkomsten van de stad, kunnen er enkel wel bij varen.
In het stadsmagazine van Lier De Peperbus stond “Zomer in het Park” aangekondigd, een evenement dat plaatsvindt op de site van het oude zwembad.
Mooi weer, laagdrempelige activiteiten en een zomerbar. Een ideale combinatie om Lierenaars uit te nodigen te voet of met de fiets naar dit evenement af te zakken. Dat hoeft geen geld te kosten, gewoon wat aanmoediging. Helaas ziet de redactie van De Peperbus dat niet zo. Daar lijkt men er bij voorbaat vanuit te gaan dat mensen vooral met de wagen zullen komen, en wil men dat nog stimuleren ook:
Voldoende parkeermogelijkheid in de nabijheid zorgt ervoor dat je een mooie zomerdag stressloos kan beginnen.
Hoewel de grote meerderheid van de bezoekers wellicht uit Lier zelf zullen komen, en dus hoogstens drie à vier kilometer moeten overbruggen, valt er geen woord over fietsen of wandelen. Dat zou ons nog niet eens opgevallen zijn als er niet zo ostentatief op de parkeergelegenheid werd gewezen.
Een stressloze zomerdag die begint door met de wagen naar een evenement drie kilometer verder te rijden, het lijkt ons wat vergezocht.